IJsbeentje
Het ijsbeentje is een spier kneuzing in het bovenbeen.
De oorzaak van een ijsbeentje
Het ijsbeentje is een spierkneuzing in het bovenbeen. Vaak ontstaat deze door een ongelukkige harde botsing. Dit kan in sport zijn door direct contact met een tegenstander. Dit kan overigens net zo goed gebeuren met een val van de fiets.
Anatomie
Na een botsing ontstaat er vaak een blauwe plek ergens in de bovenbeenspier. Deze spier loopt aan de voorzijde van het been. Deze heeft zijn oorsprong aan de bekkenrand en loopt tot over de knieschijf waarna hij aanhecht op het scheenbeen. Je ervaart dan ook dat de gehele bovenbeenspier hard en beurs aanvoelt.
Klachten
Bij een ijsbeentje ervaar je dat je direct pijn hebt. Maar wanneer je het een beetje blijft doorbewegen trekt de pijn geleidelijk weg. Het is dan ook niet ondenkbaar dat in de sport een wedstrijd wordt uitgespeeld. Echter, wanneer je volledig tot rust komt en vervolgens weer in beweging wilt komen, zal bewegen erg pijnlijk en moeizaam gaan. Zeker na een nachtrust is in de ochtend opstaan een moeilijke opgave.
Behandeling en herstel
Het best wat je kunt doen bij een ijsbeentje is voorzichtig in beweging komen om zo het bovenbeen weer los te krijgen. Rekken binnen de pijngrenzen kan wat verlichting geven. Zodra het iets beter gaat, is het raadzaam om te gaan fietsen. Meestal zijn de klachten 3 dagen lang het meest vervelend, maar ben je in 2 weken wel weer de oude. Mocht je nu toch twijfelen, dan kan een fysiotherapeut altijd bekijken wat de schade is en je verder van advies voorzien.
Je hebt verschillende mogelijkheden om de pijn wat te verlichten:
- Je kunt de pijn dempen middels paracetamol. Doe dit niet langer dan een week.
- Rek de bovenbeenspier rustig op door de hak naar de bil te trekken.
- Blijf op rustig niveau bewegen zodat het bovenbeen niet stijf wordt.
Direct een afspraak maken
Vul hieronder ons formulier in en maak direct een afspraak!
Testimonial
Mw. De Jong-Leurs (69) uit Barneveld
“De begeleiding heb ik goed ervaren. Ik zal de glimlach van Jetske missen. Mijn klachten zijn een heel stuk minder en ik voel mij daardoor beter.”